Hoe beëindig ik een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur?
Principe
Een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk mag niet worden beëindigd vóór de overeengekomen vervaldag of vóór de overeengekomen arbeid werd beëindigd, behalve indien hiervoor een wederzijds akkoord werd gesloten of indien dit beëindigd werd omwille van een dringende reden.
Als een dergelijke arbeidsovereenkomst toch wordt beëindigd vóór de overeengekomen termijn of vóór de beëindiging van de overeengekomen arbeid, zal de initiatiefnemer verplicht worden aan de andere partij een vergoeding te betalen die gelijk is aan het loon dat nog verschuldigd zou zijn. Deze vergoeding mag niet meer bedragen dan het dubbele van de vergoeding die uitbetaald had moeten worden indien de arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur was geweest.
Wat is de opzeggingstermijn?
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk gesloten vóór 1 januari 2014 en arbeidsovereenkomsten die na 1 januari 2014 afgesloten werden (naar aanleiding van het eenheidsstatuut).
Arbeidsovereenkomsten die werden afgesloten vóór 1 januari 2014
De werkgever en de werknemer hadden de mogelijkheid om een proefbeding op te nemen in arbeidsovereenkomsten die werden afgesloten en zijn aangevangen vóór 1 januari 2014.
Tijdens deze proefperiode kan een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk eenzijdig worden beëindigd volgens de beëindigingsregels eigen aan de proeftijd.
Na afloop van de proeftijd moet de partij die de arbeidsovereenkomst vroegtijdig verbreekt, aan de andere partij een vergoeding betalen.
Dit laatste geldt eveneens voor arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk zonder proefbeding die vroegtijdig worden verbroken.
Voor arbeidsovereenkomsten van minstens drie maanden bestaat er daarnaast ook nog een bijzondere beëindigingsregel in geval van ziekte of ongeval.
Arbeidsovereenkomsten die werden afgesloten na 1 januari 2014
In geval van beëindiging van een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk die werd afgesloten vanaf 1 januari 2014 moet men een onderscheid maken tussen twee periodes:
De eerste periode van de arbeidsovereenkomst komt overeen met de eerste helft van de overeenkomst met een maximum van zes maanden.
Gedurende deze eerste periode kan elk van de partijen de overeenkomst vroegtijdig en zonder dringende reden beëindigen door de betekening van een opzeggingstermijn.
- Deze mogelijkheid tot opzegging is ingegeven door de afschaffing van het proefbeding vanaf 1 januari 2014.
- De eerste helft van de overeenkomst (gedurende dewelke de overeenkomst kan worden opgezegd) mag de zes maanden niet overschrijden.
- Deze eerste periode van het contract begint te lopen vanaf de door de partijen overeengekomen datum van uitvoering. Er moet dus geen rekening gehouden worden met de datum waarop de arbeidsovereenkomst werd gesloten.
- Bovendien neemt deze eerste periode van het contract steeds een einde bij het verstrijken van de eerste helft van die overeenkomst.
Het gaat om een vaste termijn: de oorzaken van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst (bijvoorbeeld ziekte of jaarlijkse vakantie,…) verlengen de termijn dus niet. Zodoende moet de laatste dag van de opzeggingstermijn uiterlijk liggen op de laatste dag van de periode gedurende dewelke opzegging mogelijk is.
Opmerking: Als de opzeggingstermijn afloopt na het einde van deze eerste periode van het contract, is de beëindiging door opzegging onregelmatig. In dat geval moet de partij die de overeenkomst onregelmatig beëindigt, de andere partij een vergoeding betalen die overeenkomt met de vergoeding in geval van verbreking tijdens de tweede periode van het contract. Daarbij moet men rekening houden met de opzeggingstermijn zoals vastgesteld door de nieuwe bepalingen met betrekking tot de arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd.
De kennisgeving van de opzegging moet op dezelfde manier gebeuren als bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd: de opzeggingstermijn begint te lopen de maandag volgend op de kennisgeving.
Als één van beide partijen de arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk tijdens de eerste periode (gedurende dewelke de overeenkomst kan worden opgezegd) beëindigt, zonder inachtneming van de toepasselijke opzeggingstermijn, moet deze partij een vergoeding betalen aan de andere partij.
Deze vergoeding zal gelijk zijn aan het loon dat overeenstemt met, hetzij de duur van de opzeggingstermijn, hetzij het resterende gedeelte van die termijn.
Opmerking: Beperking van de mogelijkheid tot opzegging in geval van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk.
- De mogelijkheid tot opzegging geldt uitsluitend voor het eerste contract in de reeks.
- Als één van de partijen een andere dan de eerste overeenkomst in de reeks van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk beëindigt, dan moet zij aan de andere partij een vergoeding betalen.
De tweede periode van de arbeidsovereenkomst komt overeen met de nog resterende tweede helft van de arbeidsovereenkomst en loopt tot de einddatum die oorspronkelijk door de partijen werd voorzien.
Gedurende deze tweede periode kan de arbeidsovereenkomst niet meer vroegtijdig en zonder dringende reden worden beëindigd met een opzeggingstermijn: de partij die de arbeidsovereenkomst toch beëindigt, zal aan de andere partij een vergoeding moeten betalen.
De tweede periode neemt een aanvang na afloop van de (eerste) periode van de arbeidsovereenkomst gedurende dewelke dit contract kan worden opgezegd en duurt tot de oorspronkelijk door de partijen voorziene einddatum.
Gedurende deze tweede periode moet de partij die de overeenkomst vroegtijdig en zonder dringende reden beëindigt een vergoeding betalen aan de andere partij. Deze vergoeding is gelijk aan het loon dat verschuldigd zou zijn geweest tot de einddatum van het contract.
Ingeval van een arbeidsovereenkomst gesloten voor een duidelijk omschreven werk, zal het tot de einddatum verschuldigde loon bepaald worden door middel van een raming van de tijd die nog nodig is voor de voltooiing van het opgedragen werk.
Het bedrag van de vergoeding is begrensd: het mag niet meer bedragen dan het dubbele van het loon dat overeenstemt met de duur van de opzeggingstermijn, die in acht had moeten worden genomen indien de overeenkomst niet voor een bepaalde tijd, maar voor onbepaalde tijd was afgesloten.
Er worden ook bijzondere beëindigingsregels voorzien in geval van ziekte of ongeval.
Bijzonderheden bij arbeidsongeschiktheid (wegens ziekte of ongeval)
Arbeidsovereenkomst van minder dan 3 maanden (bepaalde tijd of duidelijk omschreven werk)
Bij een arbeidsongeschiktheid van méér dan 7 dagen kan de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigen zonder opzegging of vergoeding, nadat de periode tijdens dewelke de arbeidsovereenkomst van bepaalde duur opgezegd kan worden, verstreken is. Het ontslag kan dus ten vroegste plaatsvinden vanaf de 8e dag ongeschiktheid.
Arbeidsovereenkomst van meer dan 3 maanden (bepaalde tijd of duidelijk omschreven werk)
Bij een arbeidsongeschiktheid van méér dan 6 maanden kan de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigen mits het betalen van een vergoeding die gelijk is aan het loon dat nog moest betaald worden tot de overeengekomen termijn, met een maximum van 3 maanden. De werkgever kan op deze vergoeding het bedrag inhouden die de werknemer al ontvangen had als gewaarborgd loon voor zijn ziekte.
Axis Advice is gebaseerd op up-to-date gegevens en betrouwbare bronnen. De artikels worden echter ter informatie verstrekt en vormen geen bindend juridisch advies. Hoewel Axis er alles aan doet om de inhoud van dit artikel correct en up-to-date te houden, kunnen hieraan geen rechten worden ontleend.